De aanleiding was het woonmanifest van de gezamenlijke dorpsoverleggen. Een oproep om vaart te maken met woningbouw en de ambities te verhogen. De gemeenteraad heeft deze oproep serieus genomen. In de afgelopen maanden vonden er meerdere sessies plaats met raadsleden, het college en dorpsraden.
“We hebben de vraag centraal gesteld: wat is nú nodig voor onze inwoners?”, zegt Wouter Hunnekens (D66). “Politieke verschillen zijn er, en die mogen er zijn. Maar in dit proces hebben we bewust gekozen voor samenwerking in plaats van profilering. Dat heeft geleid tot iets bijzonders.”
Bebouwde kom
Het initiatiefvoorstel wordt vergezeld door een aantal moties, allemaal mede-ingediend door alle fracties. Een van de kernpunten is het loslaten van de strikte focus op inbreidingslocaties. In plaats daarvan wil de raad nu ook inzetten op bouwen buiten de bestaande bebouwde kommen.
“Binnen de dorpen is steeds minder ruimte, terwijl de druk op de woningmarkt oploopt,” zegt Michel van Lieshout (CDA). “Door ook gronden aan de randen van kernen te benutten, maken we bouwen weer haalbaar én betaalbaar. Tegelijk willen we als gemeente zelf actiever worden op het gebied van grondbeleid. Dat betekent: strategische gronden aankopen, regie nemen en niet alles aan de markt overlaten.”
Voorkeursrecht
Een ander belangrijk instrument dat de raad vaker wil inzetten, is het voorkeursrecht: grondeigenaren worden dan verplicht om hun grond eerst aan de gemeente aan te bieden bij verkoop. Dit moet het mogelijk maken om sneller plannen te ontwikkelen.
Bouwplannen
Wethouder Rob Wanten presenteerde in de kadernota al enkele concrete bouwplannen. “Vorig jaar zijn er zo’n duizend woningen bijgekomen. Die lijn willen we vasthouden en verder uitbouwen." De samenwerking binnen de raad is volgens Wanten opvallend. “Ik spreek collega’s uit andere gemeenten die jaloers zijn op een raad die zo constructief met elkaar optrekt. Dat is geen vanzelfsprekendheid in een verkiezingsjaar.”
Toch blijft realisme nodig. “We lossen de woningcrisis niet in één raadsperiode op. Maar we laten wél zien dat we verantwoordelijkheid nemen, met een gezamenlijke koers die perspectief biedt aan onze inwoners.”