Fietsen
De 50-jarige Paul is geboren en getogen in Koningslust. Hij woont er samen met Anouk en zijn twee kinderen Freek en Saar. Nog niet heel erg lang heeft hij van zijn hobby zijn werk gemaakt. Nu repareert hij fietsen. “Het is een paar jaar geleden begonnen met het opknappen van fietsen en inmiddels doe ik dat dus parttime. Ik noem het altijd de normaalste fietsenzaak van Nederland”, vertelt Paul lachend.
Posters
Wat direct opvalt, zijn de posters van de band Normaal. Paul wijst één poster specifiek aan. “Bij dat optreden ben ik zelf geweest. Daar heb ik het entreekeertje nog bij”, licht hij toe, om vervolgens te verwijzen naar een concert in Panningen in 1986. “Dat maakte veel indruk. De muziek luisterde ik eigenlijk wel wekelijks. Het is gewoon een jeugdsentiment, zo noem ik het maar.”
De vraag
Het was vorig jaar september toen aan Paul werd gevraagd of hij prins zou willen worden van De Brookhaze. Hij reed van Eindhoven naar Maastricht toen hij werd gebeld door Nick Giesen, van Giesen Schilderwerken. Omdat hij op dat moment zelf aan het bellen was, kon hij niet opnemen. Een dag later werd hij opnieuw gebeld. “En dan komt die vraag. Dat is natuurlijk een fantastische vraag om te beantwoorden”, zegt Paul. Wel had hij een voorwaarde. “Ik mocht mijn eigen adjudant kiezen en ik wilde het gewoon met mijn neef doen, mijn kameraad. Het lag dus in die zin een beetje bij hem, of hij ja of nee ging zeggen.”
Liegen
Uiteindelijk zei neef Leon Smets ‘ja’. Hoewel het stilhouden hem aanvankelijk goed afging, bleek dat de laatste weken voor de onthulling toch nog wel even lastig. “Het lastigste was toch wel in huis, omdat mijn dochter in de frietkraam werkt. Daar wordt natuurlijk altijd wel gespeculeerd over wie het wordt. In de frietkraam zeiden ze vaker dat ik het zou worden, dus ik heb een paar keer hard moeten liegen tegen mijn dochter”, erkent Paul.
Spreuk
Nu hoeft dat niet meer en kan Paul zich opmaken voor de Vastelaovend. “Aan de ene kant geeft het wel een heel sjiek gevoel, maar ik moet er ook wel aan wennen dat ik de prins van het dorp ben. Dat is redelijk uniek, zeg maar. Ik heb er wel superveel zin in.” De spreuk bedacht Paul samen met zijn adjudant. “We zochten iets waar van ons allebei iets in terug zou komen. Het is op zich een redelijke standaardspreuk, maar er zit wel een deel van mij en een stukje van Leon in: Mit fiest en vermaak de tent op de kop, Same vastelaovend viere, Gaas derop!”