Het college stelde het ontwerp op 11 november vast. Tot en met 1 januari 2026 kunnen belanghebbenden een zienswijze indienen. In aanloop naar die deadline zegt het CDA signalen te hebben ontvangen van glastuinbouwondernemers die zich onvoldoende betrokken voelen. Ook belangenorganisaties zoals LLTB en Glastuinbouw Nederland zouden zorgen hebben over de totstandkoming en gevolgen van het programma.
Gebrek aan dialoog
Volgens het CDA geven glastuinders aan dat zij slechts in een vroeg stadium zijn betrokken, onder andere via een digitale enquête uitgevoerd door bureau Ruimtevolk. Daarna zou er geen inhoudelijke terugkoppeling of verdere dialoog hebben plaatsgevonden. De fractie vraagt het college of dit inderdaad het enige contactmoment is geweest en in hoeverre sectororganisaties gedurende het traject zijn meegenomen.
Daarnaast vraagt het CDA om duidelijkheid over concrete overlegmomenten met LLTB en Glastuinbouw Nederland, inclusief data en vormen van overleg.
Zorgen over ontwikkelingsruimte
Een belangrijk punt van zorg is de mogelijke herbegrenzing en afwaardering van glastuinbouwgebieden. Het CDA vraagt het college of klopt dat ontwikkelingsmogelijkheden van bestaande bedrijven worden ingeperkt en, zo ja, op welke locaties binnen Peel en Maas nog perspectief wordt geboden voor glastuinbouw. Ook wil de fractie weten hoe de gemeente deze ondernemers concreet wil faciliteren.
Economisch en maatschappelijk belang
Volgens het CDA speelt de glastuinbouw een essentiële rol in de voedselzekerheid en in de energievoorziening, onder andere door het balanceren van het elektriciteitsnet. De partij vreest dat het omgevingsprogramma de positie van Peel en Maas als glastuinbouwgemeente kan verzwakken.