In Maastricht werd een samenvatting van het vonnis opgelezen dat in totaal ruim 45 minuten in beslag nam. Volgens de rechtbank is in ieder geval bewezen verklaard dat B. schuldig is aan het seksueel misbruiken van Nicky, het opzettelijk beroven van zijn vrijheid met fatale afloop en het een gewoonte maken van het bezit van kinderporno. Tijdens het oplezen van de samenvatting van het vonnis werd middels meerdere reconstructies duidelijk hoe het drama zich in 1998 afspeelde.
“Zonder u, zonder uw handelen, had Nicky Verstappen op 11 augustus 1998 nog geleefd", zei de rechtbank. Volgens de rechter had B. weliswaar niet de intentie om de jongen te doden, “maar het is wel een gevolg dat u kan worden toegerekend”.
De eis van het Openbaar Ministerie (OM) was 15 jaar celstraf en tbs met dwangverpleging voor het doden van de 11-jarige Nicky, maar daar ging de rechtbank niet in mee. Volgens het OM bracht Jos B. de jongen opzettelijk om het leven om zo het seksueel misbruik te verhullen. De rechtbank acht dit echter niet bewezen en daarom valt de celstraf lager uit. Ook krijgt de verdachte geen tbs met dwangverpleging opgelegd. Omdat hij sinds het misdrijf in 1998 geen nieuw dergelijk delict heeft gepleegd, is de rechtbank van mening dat de kans op recidive klein is.
Jos B. heeft altijd ontkend dat hij iets met de dood van Nicky Verstappen te maken heeft gehad. De Limburger zegt ook dat hij de jongen niet heeft misbruikt. Volgens B. was Nicky al dood toen hij hem ruim 22 jaar geleden op de Brunssummerheide vond. De rechtbank benadrukte dat het die verklaring niet gelooft. Daarnaast wordt B. verweten dat hij zich twee jaar lang heeft beroept op zijn zwijgrecht, terwijl er genoeg reden waren om aan te nemen dat hij antwoorden achterhield.
Volgens advocaat Gerald Roethof, die Jos B. bijstaat in deze zaak, is de rechter te kort door de bocht gegaan. “Dit vonnis klopt eigenlijk op alle onderdelen niet. De rechtbank heeft iets te veel geluisterd naar het Openbaar Ministerie.” Roethof zegt dat er veel overwegingen zijn die in hoger beroep opnieuw getoetst moeten worden, zoals de redeneringen van de rechtbank over het seksueel misbruik. De advocaat had al voor de uitspraak met B. afgesproken dat ze bij een veroordeling hoe dan ook in beroep zouden gaan.