In 2022 werkten meer dan 53.000 arbeidsmigranten in Noord-Limburg. Veel van hen blijven maar een paar maanden. Voor die groep zijn speciale tijdelijke woningen nodig, de zogenoemde ‘shortstay’-locaties.
Leefbaarheid
Gemeenten willen die woningen het liefst buiten de dorpen en steden bouwen, zodat de leefbaarheid in wijken niet in gevaar komt. Als er te veel tijdelijke arbeidsmigranten in gewone woonwijken wonen, kunnen er problemen ontstaan, zoals te weinig parkeerplaatsen, overbewoning en minder aandacht voor de buurt.
Maar de Provincie Limburg ziet deze tijdelijke huisvesting als ‘wonen’, en wil dat deze woningen vooral binnen het bestaande woongebied komen. Bedrijventerreinen of plekken aan de rand van dorpen mogen vaak niet. Volgens de gemeenten maakt dit het bijna onmogelijk om genoeg goede tijdelijke huisvesting te bouwen.
Gevolgen
Dat heeft grote gevolgen. Als er geen legale huisvesting beschikbaar is, zoeken arbeidsmigranten of hun werkgevers naar andere plekken, zoals oude boerderijen of woningen waar veel mensen tegelijk in kleine kamers wonen. Dat zorgt voor onveilige situaties en overlast in woonwijken. Juist op speciale shortstay-locaties kunnen gemeenten zorgen voor goed toezicht en registratie. Dat helpt ook om dakloosheid te voorkomen.
Doorstromen
Arbeidsmigranten die langere tijd in de regio blijven, moeten uiteindelijk kunnen doorstromen naar een gewone woning. Maar ook die zijn schaars. Daarom is het belangrijk om tijdelijke huisvesting apart te organiseren. De gemeenten willen fatsoenlijke, veilige en goed beheerde plekken bieden voor deze mensen. Ze vragen de provincie om samen te zoeken naar goede oplossingen. Zeker nu de provincie ook zelf inzet op economische groei, bijvoorbeeld in het Greenport Venlo-gebied, waar veel arbeidsmigranten voor nodig zijn.