“Het boek ‘Dit is wat ik je zeg’ is géén exacte weergave van mijn eigen leven,” benadrukt Verstappen tijdens het gesprek. “Maar het is wél ontstaan vanuit een persoonlijke ervaring. In die tijd voelde ik me overrompeld en eenzaam. Ik ging op zoek naar boeken van anderen die iets vergelijkbaars hadden meegemaakt, maar vond nauwelijks iets dat mij troost of inzicht bood. Dus ben ik zelf gaan schrijven.”
“Het helpt me om te begrijpen wat me is overkomen. Ik heb het boek geschreven zoals ik het toen zelf had willen lezen.” Ze ziet het werk niet louter als een verhaal over overspel, maar vooral als een reflectie op relaties, gezinsleven en de verwijdering die kan ontstaan wanneer de druk op het dagelijks bestaan toeneemt. “Ik ben niet geïnteresseerd in sensatie of ‘vieze details’,” zegt ze. “Het gaat mij om de dynamiek tussen mensen. Hoe houden we een relatie gezond als we ondertussen ook een gezin draaiende moeten houden en onze eigen dromen najagen?”
Hoewel het vertrekpunt pijnlijk is, biedt het boek ook hoop. “Ik zie het als een ode aan de vallende mens,” zegt Verstappen. “Het leven loopt vaak anders dan je had gepland. Maar als je bereid bent het werk te doen, kan er iets heel moois uit voortkomen. Ik ben nu gelukkig gescheiden en leef een lichter leven dat beter bij me past.”
Met haar drie Amsterdamse kinderen denkt ze soms nog weemoedig terug aan Meijel. “Ze hebben een romantisch beeld bij de Peel. Soms vragen ze waarom we niet hier wonen,” zegt ze lachend. “En als ze zien wat je hier voor een huis kunt kopen...”
Of er een tweede boek komt? “Ik broed, maar ik ben geen schrijver die vanuit een strak concept werkt. Er moet iets gebeuren dat urgent genoeg is om opnieuw die enorme commitment aan te gaan. Misschien komt er ooit een boek vanuit het perspectief van de minnares,” glimlacht ze. “Wie weet.”