“Het is geen vraag óf het weer gebeurt, maar wanneer,” zegt Luuk van Dijk, inwoner van Baarlo. Zelf woont hij buitendijks en heeft hij vaak te maken met hoogwater. “We weten nu: vijf seconden en een zak is gevuld. En met vijf mensen tegelijk kunnen we er drieduizend per uur vullen. Dat is een wereld van verschil met 2021, toen we met scheppen en mankracht op het voetbalveld zandzakken moesten maken. Toen was het improviseren, nu zijn we voorbereid.”
Rampenfonds
De nieuwe vulmachine is aangeschaft met geld uit het Nationaal Rampenfonds. De test vond plaats op het terrein van het bedrijf Crienen, waar bij hoogwater ook zandzakken worden uitgedeeld. “Dat is een betere locatie dan bij de voetbalclub,” zegt voorzitter Jan Kluthausen van het Dorpsoverleg. “We kwamen er toen achter dat die plek midden op een belangrijke verkeersader lag. Hier kunnen mensen rustiger en veiliger terecht.”
Andere maatregelen
Maar alleen een vulmachine is niet genoeg. Baarlo heeft ook andere maatregelen genomen. “We hebben palen aangeschaft om wegen tijdelijk af te kunnen zetten bij overstroming,” vertelt Kluthausen. “Er is een evacuatieplan opgesteld en mensen die buitendijks wonen hebben via het rampenfonds materiaal kunnen aanschaffen: van mobiele afzettingen tot hogedrukreinigers en waterdichte opbergkisten.”
Chaos voorkomen
Volgens Kluthausen draait het om preventie en samenwerking. “Je voorkomt niet álles, maar je kunt het leed wel beperken. Hoe sneller je kunt handelen, hoe minder schade er is. En je voorkomt chaos.” Van Dijk is blij dat ook vrijwilligers worden betrokken bij de oefeningen. “Als het water komt, sta je er samen voor. De professionals weten wat ze doen, maar zonder de dorpsgenoten erbij red je het niet. Daarom is oefenen zo belangrijk.”
Begin
De proef is geslaagd. Verschillende soorten zand en zakken zijn getest, en de samenwerking tussen gemeente, vrijwilligers en bedrijven verliep soepel. Toch blijft de boodschap duidelijk: dit was pas het begin. “Misschien hebben we hem volgend jaar al nodig, misschien pas over vijf jaar,” zegt Van Dijk. “Maar dan weten we in elk geval wat we moeten doen.”