Boeren maken zich zorgen over ultimatum

Van Campen werd door VVD-raadslid Kevin Steeghs uitgenodigd om naar Kessel-Eik te komen. Hij nam het initiatief voor de ontmoeting omdat zijn vrienden aardappelboeren zijn. “Ik dacht: laat ze eens het gesprek aangaan over die 1 oktober-regel. In de praktijk is die voor mijn vrienden heel moeilijk werkzaam”, vertelt Steeghs. Vooral bij nat weer, zoals de laatste weken, moet er worden gewacht met inzaaien, legt Jules Bruijnen uit. Hij is een van de agrariërs die het niet eens zijn met de 1 oktober-regel. “Je moet dan inzaaien op momenten die niet gunstig zijn. Het volgende gewas groeit dan eigenlijk niet.”

De regel om voor 1 oktober te oogsten, is onderdeel van het mestbeleid. Boeren die zich niet aan de kalender houden, mogen in het volgende jaar minder mest gebruiken. Door het natte en koude voorjaar werden de aardappelen pas laat in de grond gepoot, waardoor ze niet genoeg de tijd hadden om te volgroeien. Van Campen neemt het mee naar Den Haag. “Zo’n 1 oktober-regel kun je heel eenvoudig bedenken vanuit Brussel en Den Haag, maar als boer ben je voortdurend op je telefoon het weerbericht aan het bekijken om te bepalen wat het juiste moment is om je aardappelen uit de grond te halen”, zegt Van Campen.

Het Tweede Kamerlid beaamt dat boeren zelf verantwoordelijk zijn voor het behalen van de doelen rond de waterkwaliteit. Daarom wil hij dat er meer gebruik wordt gemaakt van innovaties. “We weten bijvoorbeeld dat zetmeelaardappelen veel minder stikstof nodig hebben door veredeling. Daarom geldt die datum van 1 oktober dáár niet voor. Geef dus ook de consumptieaardappelen de kans om met zaadveredeling of plantveredeling datzelfde pad op te gaan. Dat werkt veel beter dan die heilloze weg van kalenderlandbouw”, aldus Van Campen.

Ondanks de verwachting dat die 1 oktober-regel er wel degelijk gaat komen, vinden de jonge aardappelboeren en vrienden van VVD-raadslid Steeghs het nog steeds leuk om boer te zijn. “Voor ons nog wel”, zegt Nino Bruijnen, die vreest dat het ultimatum vooral de oudere generatie boeken raakt. “Maar het wordt voor ons ook aanpoten, van ons wordt ook meer gevraagd om een goede ondernemer te worden”, vervolgt hij. Aan de wil om te verduurzamen ligt het niet, vindt Nino. “Ik denk dat iedereen in de akkerbouw dat wel wil, maar we moeten daarmee wel ons geld kunnen blijven verdienen.”