Pesterijen
In september 2020 werden vijf agenten ontslagen omdat ze zich schuldig zouden hebben gemaakt aan ernstig plichtsverzuim, waaronder pesterijen, ondermijnend gedrag, intimidatie, schending van het ambtsgeheim en misbruik van bevoegdheden. Ze stuurden onder andere grensoverschrijdende berichten in een besloten WhatsApp-groep. Zes andere agenten zijn gestraft met degradatie, overplaatsing of het inleveren van salaris en verlof.
Vrijheid van meningsuiting
Volgens de rechtbank vallen de WhatsApp-berichten en commentaren bij gedeelde foto's onder het recht op vrijheid van meningsuiting. Daarom had de korpsleiding van de politie eerst advies moeten vragen aan de Adviescommissie grondrechten en functie-uitoefening ambtenaren (Agfa) voordat ze tot ontslag overgingen. Omdat dit niet is gebeurd, kan het strafontslag niet worden gebaseerd op deze feiten. De misdragingen van drie van de vijf ontslagen agenten zijn volgens de rechtbank niet ernstig genoeg voor ontslag. De korpsleiding moet in hun zaak een nieuwe beslissing nemen.
Terecht ontslagen
De rechtbank vindt het strafontslag wel gerechtvaardigd voor de twee andere agenten, omdat zij vals proces-verbaal hebben opgemaakt. Een van hen heeft bovendien een valse melding gedaan via Meld Misdaad Anoniem (MMA). Volgens de rechtbank is dit onacceptabel. "Het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht moeten kunnen vertrouwen op de juistheid van opgemaakte processen-verbaal. Valse processen-verbaal leiden tot ondermijning van onze rechtsstaat en zijn funest voor het vertrouwen van burgers in deze rechtsstaat. Dit geldt ook voor valse MMA-meldingen. Dit wordt door de rechtbank beschouwd als ernstig plichtsverzuim."
Ja zeggen en nee doen
In april 2019 startte de politie een disciplinair onderzoek waarbij de gedragingen van elf medewerkers van het basisteam werden onderzocht. Ongeveer 160 (oud-)medewerkers en leidinggevenden zijn in dat onderzoek gehoord. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat de misstanden te wijten waren aan meerdere oorzaken, zoals gebrekkig leiderschap, onvoldoende begeleiding van bovenaf, waardoor informeel leiderschap ontstond. Bovendien was er sprake van een cultuur van 'ja zeggen en nee doen', niet openstaan voor kritiek, groepsvorming met uitsluiting van anderen en normoverschrijdend gedrag.