Beschermen
De Vlinderstichting verzamelt met de Tuinvlindertelling elk jaar data om vlinders te beschermen. Vlinders komen steeds minder vaak voor en de noodzaak om in te grijpen is volgens de stichting hoog. Oorzaken zijn bestrijdingsmiddelen die via de lucht en grondwater worden verspreid, en tuinen die steeds meer worden belegd met stenen.
Aanzienlijk minder
In Limburg werden er per telling gemiddeld 5,2 vlinders (1.407 in totaal) genoteerd, laten de resultaten zien die de Vlinderstichting maandag heeft gepubliceerd. “Normaal is dat tussen de 15 en 20. Je telt een kwartier, dus dat is dus echt aanzienlijk minder”, laat de stichting weten aan
L1 Nieuws.
Evenveel
In de omgeving van Peel en Maas en Beesel ligt het aantal vlinders per telling met 5,6 vlinders (26 in totaal) per telling iets hoger, blijkt uit navraag van Omroep P&M. Vorig jaar kwamen er 59 tellingen binnen, maar toen werd er een hele week geteld in plaats van drie dagen. “Relatief gezien zijn het er dus min of meer evenveel”, aldus de Vlinderstichting.
Leuke soorten
Niet alleen in het aantal vlinders zijn de regionale verschillen klein. Ook als het gaat om de soorten vlinders ziet het er in ons gebied iets anders uit dan gemiddeld in Limburg. De atalanta werd het meest gespot in de provincie, gevolgd door het klein koolwitje en de dagpauwoog. In Peel en Maas en Beesel staat juist het klein koolwitje op de eerste plek met de atalanta op plek twee. De lokale top drie wordt compleet gemaakt door het bont zandoogje.
De Vlinderstichting benadrukt dat er in Peel en Maas en Beesel leuke vlindersoorten leven. “Bijvoorbeeld de kleine parelmoervlinder, kolibrievlinder, scheefbloemwitje en koninginnenpage.”