Papegaaiensoep
Piet liep woensdag nog één keer over de ‘Kepèlse mert’ en nam hij afscheid. Marktkooplieden halen herinneringen op aan de afgelopen decennia. “Ik weet nog dat een aantal ondernemers vroeger in de ochtend naar Jan de Corner gingen voor een borreltje. Daar was jij al alles aan het regelen”, zo klinkt het. Piet slaat erop aan: “Weet je wat ze daar dronken? Papegaaiensoep!”
Taal spreken
In juli 1974 begon Piet als marktmeester in Panningen. Bijna 50 jaar later stopt hij ermee en kijkt hij terug op een carrière waarin er veel is veranderd. “Het centrum is een paar keer op de schop gegaan, die moest steeds verplaatsen”, vertelt Piet. Hij geniet ervan om met de marktkooplieden te werken. “Die taal moet je spreken. Dat kan niet iedereen.” Op de vraag wat je daarvoor nodig hebt, maakt Piet met zijn hand een gebaar dat ‘een vlotte babbel’ moet uitdrukken. “En voet bij stuk houden.”
Met een gevoel
De liefde vanuit het Panningse centrum is wederzijds. Zowel de marktkooplieden als bezoekers van de weekmarkt prijzen de inzet van Piet. Sommigen komen een bos bloemen of een geschenk brengen. “Het was heel fijn om met jou samen te mogen werken. We zullen je wel missen, denk ik”, zegt een van de marktkooplieden. Volgens iemand anders verliest Panningen met Piet een marktmeester met een gevoel. “Daar ontbreekt het nog wel eens aan in Nederland. Deze marktmeester weet precies wat er leeft op een markt.”
Meningsverschillen
Strijd was er zo nu en dan ook, in de positieve zin van het woord. Omdat Piet de taal van de markt spreekt, kwam er altijd een oplossing. “Dat is heel belangrijk, zeker voor een zelfstandige. Er is geen moeilijker publiek dan zelfstandigen”, lacht een verkoper op de markt. Discussies en meningsverschillen onderling horen er ook een beetje bij. “We waren het niet altijd met elkaar eens. We hebben gediscussieerd en gevochten, maar we zijn er altijd samen uitgekomen”, aldus een andere verkoper die vervolgens zijn dankwoord uitspreekt en een reep chocolade uitreikt.
Niks meer te zeggen
Piet mag dan wel afscheid nemen als marktmeester, hij blijft zeker niet weg uit het centrum. “Daarom ga ik de contacten niet missen”, zegt hij met een knipoog. Wat hij wel gaat missen? De drukte, de reuring. “Op de jaarmarkten, weekmarkten en kermissen kom ik toch wel. Ik zorg wel dat ik erbij ben. Maar ik heb niks meer te zeggen”, besluit Piet met een lach.