Tijdens het spel moesten de deelnemers uit handen blijven van zogenoemde hunters, terwijl ze verspreid door het dorp opdrachten uitvoerden. Om de twintig minuten ontvingen de kinderen een nieuwe uitdaging. In totaal waren er zes opdrachten, waarvan de laatste een rebus was die leidde naar de geheime eindlocatie.
Aan de kant van de hunters deden onder anderen burgemeester Bob Vostermans, drie politieagenten, BOA’s Joëlle en Mariël met assistent Quinn, en vrijwilligers van Jong Nederland en de JVB mee. Zij probeerden de kinderen te ‘vangen’ door hun route te achterhalen en strategisch in het dorp te bewegen.